Het overlaten van lokale en regionale dienstverlening aan decentrale overheden kan leiden tot beleid dat beter is toegesneden op plaatselijke behoeften en omstandigheden, en de betrokkenheid van burgers vergroten. Maar te veel kleinschaligheid in het bestuur leidt tot externe effecten die een goede afweging van de voor-en nadelen van beleid doorkruisen. Kleinschaligheid kan door informatievoordelen kosten besparen, grootschaligheid kan dat doen bij aanwezigheid van schaalvoordelen. Omdat deze voor- en nadelen niet goed te meten zijn blijft de keuze voor een bepaald schaalniveau een kwestie van gezond verstand. Het is niet mogelijk om op basis van wetenschappelijke uitgangspunten eenduidig een ideale bestuursschaal af te leiden. In de praktijk wordt dit probleem opgelost via allerlei samenwerkingsverbanden, maar ook die hebben nadelen. Ook de vraag of Nederlandse agglomeraties of regio s economisch concurrerender zouden zijn wanneer zij onder een ongedeeld bestuur zouden vallen, is op basis van het beschikbare onderzoek niet te beantwoorden.